Project voertuigen

Dag allemaal,

Wat hebben we deze week gedaan rond project voertuigen?

Taal/ Media:
– De projectwoorden uittypen op de computer
– De woorden uithangen + er prenten bij zoeken.
– In de boekenhoek kijken/vertellen uit voertuigboeken.
– Luisteren naar geluiden van voertuigen op de computer, de voertuigen kunnen benoemen.
Sorteren: Wat kan varen, wat kan rijden en wat kan vliegen?
– Coöpertaieve werkvorm: Mix en Ruil.
We stappen door elkaar op muziek.
Als de muziek stopt staan ze per 2 en ruilen ze hun kaart.
Ze lopen gewoon verder als de muziek terug aan gaat.
Plots horen ze belletjes. Ze staan terug per 2, ze vertellen wat er op hun kaart staat (voertuig), wat het doet (vliegen, varen of rijden) en bespreken of hun kaart samen past. (Kunnen beide kaarten rijden, vliegen of varen?) Ontdek samen of en waarom je een koppel kunt zijn. Ze moeten hun kaart wisselen met het kindje die het dichtst bij hen staat als de muziek stopt.
We bespreken allerlei soorten voertuigen, ook voertuigen waar we zelf niet konden opkomen. Achteraf leggen we ze verspreid op de mat. Per 6 krijgen de kinderen een vliegenmepper. Ik zeg eigenschappen van een voertuig, ze moeten zo snel mogelijk het voertuig vinden. Bv. het heeft 2 wielen, een motor en je kan er op zitten,… = motorfiets Of je kan het aan je auto hangen, je kan er in slapen,… caravan.
Lied aanleren over oversteken.

Beeld:
– Een garage maken van een kartonnen doos met cijfergarageboxen. Zet de auto met een cijfer in de juiste cijfergaragebox. (+ wiskundig)
– Een carwash maken met een kartonnen doos. De kinderen schilderen de doos, we werken af met kleur en tekst.
Vrije teksten maken: (+ taal)
Techniek: er liggen allerlei afbeeldingen van voertuigen, verkeersborden, banen, wegen, … sjablonen van voertuigen,… Hier mogen ze uit knippen en plakken in hun vrije tekst. Ze moeten er zelf dingen bijtekenen als afwerking.
Eenmaal ze klaar zijn vertellen ze over hun vrije tekst, ik schrijf dit op in drukletters. Achteraf krijgen de kinderen een taalactiviteit er aan verbonden. Bv. zoek voertuigwoorden, zoek een bepaalde letter, …
– Voertuigen tekenen met een stappenplan.

Wiskundige initiatie:
Contract: Groepjes maken van 3, auditieve analyse (lettergrepen) en schrijfpatroon. (+ taal en schrift)
– Rangtelwoorden met auto’s: 5 verschillende auto’s bespreken volgens kenmerken.
Daarna ze in logische volgorde leggen van 1 naar 5, waar is de eerste auto, tweede, derde, voorlaatste, laatste, vijfde,… De auto’s wegtoveren en verplaatsen, wat is er veranderd? Op welke plaats lag de auto?
– Met magneten een voertuig namaken aan de hand van een voorbeeldkaart.

Morgen gaan we wafels bakken en opeten natuurlijk 🙂

Voor volgende week:
We gaan verder met project: voertuigen.
Woensdag is er zwemmen met Yentl, wie kan mee? Graag op het blad aan de klasdeur schrijven! Ik ben op cursus en ga niet mee zwemmen.

Vergeet de kampbrief niet terug mee te geven.

Fijn weekend allemaal,
Phoebe